grondbewerking
Voor de grondbewerking gebruik ik geen machines, omdat ik ze niet kan betalen, maar ook omdat het met de hand goed te doen is, geen lawaai maakt, niet stinkt en - oh ja - ze zeggen dat het beter is voor het milieu :)
De grondbewerking bestaat bij mij altijd uit 3 dingen: het onkruid weghakken met de kleine batjok, het spitten met de grote batjok en het glad-harken. Erna kan ik inzaaien of planten en water geven.
Belangrijk bij het bovenstaande is om bij dit alles bedden aan te leggen i.v.m. het extreme klimaat: Lange droogte-periodes met extreem sterke zonneschijn , extreem zware regenbuien met enorm veel water in korte tijd.
Planten sterven vrij snel als ze helemaal droog staan, dus irrigatie in de droge tijd liefst 2x per dag is noodzakelijk. Het bed moet een soort badkuip zijn, netjes vlak en omgeven door een dijkje zodat tijdens het gieten het water niet wegstroomt maar er een laagje water blijft staan.
Voor het dijkje om het bed gebruik ik ook wel grond van de paden eromheen, zodat de paden lager liggen dan het bed. Daarmee is het andere probleem , - de enorme hoeveelheden water tijdens langdurige regenbuien -, ook opgelost. Het water wat overloopt stroomt weg over het pad. Als ik aanwezig ben steek ik op diverse plaatsen de dijkjes door, zodat de planten niet verzuipen en geen schimmelgroei ontstaat.

Mijn tuingereedschappen: vlnr. Siam , kleine batsjok , grote batsjok , grondhark , boomzaagje , hakmes
Na de Oogst
Kort samengevat doe ik na de oogst het volgende:
Met de kleine batsjok hak ik alle gewasresten en onkruiden lichtjes los. ik hak ook de onkruiden op de paden erom heen schoon, neem zo mogelijk ook onkruid van andere bedden mee. Dat alles tezamen verspreid ik over het bed wat ik straks spitten ga. Zonodig bepaal ik opnieuw de grenzen van het bed. Ik spit geen bemesting mee. Meestal ben ik een kwartiertje bezig met de kleine batsjok.
Vervolgens bepaal ik vanaf welke kant ik ga spitten. Bij een rechthoekig bed, kun je vanaf 4 zijden beginnen, en het maakt wel wat uit welke je kiest. Als je spit met een voor, - wat ik doe -, verplaats je de grond in het bed 1 steek in de richting van waar je begint. Omdat de grenzen van het bed al vastliggen , heb je straks bij het harken een steek meer grond aan die kant en ligt het daar dus hoger dan zoeven. Kortom , als het bed schuin afloopt in een richting kun je het best aan die lage kant beginnen, dat maakt het makkelijker om er straks bij het harken een keurig horizontaal biljartlaken van te maken.
Het spitten doe ik volgens de onderaan uitgebreid beschreven kruk-spit methode, maar dit maakt niet uit. Belangrijkste op deze grond is om met een diepe voor te spitten zodat het onkruid niet meer zichtbaar is, en de grond direct na het spitten glad te harken. Wacht je daar een dagje mee, dan zijn de steken grond keihard geworden. Dan ben je uren bezig om em fijn te krijgen, terwijl je nu in een kwartiertje klaar bent met harken.
Dat harken gaat zo makkelijk omdat de verse kluiten uit elkaar vallen en met wat heen en weer harken maak ik er snel een horizontaal vlak van. Een keer vlak naar wens, dan duw ik met de hark steeds aan de overzijde van waar ik sta, een dijkje in de losse grond. Als de dijk er omheen ligt, schraap ik met de kleine batjok het pad erom heen nog iets lager en hoog de dijk zo nog iets op.
Op de bemesting na, is het bed is nu zaaiklaar en met de steel van de hark trek ik geultjes in de losse grond op de afstand die me ok lijkt. De bemesting doe ik in combinatie met het zaaien.
Bij pak-chi (koriander) en pak-chi-Lao (dille) maak ik de geultjes eerst dieper met nogmaals de harksteel of een kleine batjok, en gooi deze vol met goed strooibare mest . Daarna gooi ik de zaadjes in de geultjes en strijk de geultjes dicht met de achterkant van de hark. Ik geef het bed een flinke dosis water met de tuinslang waarbij ik de straal met mijn vinger breek in een fijne waas. Een ander familelid van hen , Kuenchai (selderij) zaai ik voor en plant ik uit in een vergelijkbare geul als die van pak-chi en pak-chi-lao.
Bij pakbung was ik gewend direct te zaaien in de geultjes, daarna mest over het hele stuk land te strooien, en de geultjes daarna met de hark dicht te strijken zodat een leuk mengsel van mest en grond ontstaat. Het blijkt momenteel dat mijn pakbung erg laag blijft en veel uistoeling vertoont. Het lijkt er dus op dat ik voor pakbung dezelfde 'taktiek' moet toepassen als bij die schermbloemigen (Koriander, Dille, Selderij ( en mijn ooit mislukte worteltjes) : een diepe geul maken, veel mest erin (evt. beetje kunstmestkorrels erbij) , daarop zaaien en dan de geultjes met de hark dichtstrijken.
krukspitten
Wii noemt het 'to plough' , ik zeg tegen haar that I am going to 'dig the soil' maar eigenlijk gebruik ik een speciale manier van grondbewerking die ik zelf heb bedacht en die ik -voor mezelf- , de naam 'krukspitten' gegeven. Ik pas deze toe voor de hele tuin voor ieder bed dat ik moet spitten.
Het is geen spitten, want dat doe je met een spade. Het is een soort hakken , want ik gebruik een grote hak, 'batjok' genaamd in het Thai. In Zuid-Europa gebruiken ze em ook. Hakken in de Nederlandse landbouw is iets heel anders. Het doelt op onkruidbewerking met een veel lichtere hak aan een lange steel. Met de batjok doe ik hetzelfde als in Nederland met een spa, namelijk blokken grond afsteken en deze 180 gedraaid terugleggen. Om verwarring met het onkruid hakken te voorkomen gebruik ik het woord spitten.
Het spitten met de spa vind ik een onaangename vermoeiende handeling omdat het veel kracht kost em zo diep in de grond te steken en dan nog weer die hap grond optillen en omdraaien. Het blad van een grote batjok is even 'diep' als een spade, maar -omdat ie in een hoek staat en vrij zwaar is-, gebruik je em als een soort hefboom om em in de grond te steken. Een lichtere handeling dus, maar je moet krom staan om em recht de grond in te steken, en hierdoor is het telkens heffen van de batjok een belasting voor je rug.
Het idee om een (zit)kruk te gebruiken kwam een paar jaar geleden, toen ik veel problemen met m'n knieen had. Die zijn opgelost, maar het krukspitten ben ik blijven toepassen. Ik gebruik trouwens een eenvoudige plastic kruk met vier poten op stoelhoogte. Ik zag steeds meer voordelen in het gebruik van de kruk.
Bij het spitten met de spa of batjok zonder kruk werk je naar achteren. Je werkt met je neus in de richting van de de gespitte grond, want je mag em niet betreden, de grond moet luchtig blijven. Bij het spitten met de kruk werk ik naar voren. Ik zet de plastic kruk eerst achter het te spitten deel en spit een voor(=een geultje/een rijtje steken). Daarna is het makkelijk om de tweede rij happen grond af te steken en 180 graden te draaien; Omdat je dicht bij de grond zit hoef je bij het heffen niet de hele steel van de batjok te gebruiken, dat is makkelijker heffen. Vervolgens laat je em 'op de steekplaats' verticaal met een extra duwtje vallen diep in de grond, dan ietsje heffen en je hoeft alleen em alleen maar iets naar je toe te trekken en als met een ware hefboom valt de steek grond 180 graden gedraaid in de voor.
Na 2 voren spitten zet ik de kruk op het gespitte deel, een flinke stap en ik zit erop met mijn voeten in de spitvoor. De dunne krukpoten staan in de grond en dragen mijn gewicht maar verder wordt de grond niet aangedrukt.
Ik zit dichter bij de grond dan als ik sta en zie het allemaal goed. Ik schraap het eventuele onkruid voor de volgende steek met de batjok in de voor, en spit op dezelfde wijze de volgende steek de spitvoor in, waar ik soms even m'n voet moet optillen en weer neerzetten in de nieuwe voor.
Vervolgens ga ik een beetje staan (nog steeds in de voor), trek de stoel onder m'n kont 20 cm naar voor, en ga weer zitten. Ik kan weer aan de volgende steek beginnen en zo kan ik het hele veldje spitten zittend op de kruk. Netjes, weinig vermoeiend, en volgens mij even snel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb